Category: Parijs

Een kleine wereld

Ik weet dat het hier nogal stilletjes is de laatste tijd, maar daar is een goede reden voor. Achter de schermen zijn er wat technische probleempjes waardoor ik niet kon posten wat ik wou. "Los dat dan op!" hoor ik u zeggen, wel ja, ook al ben ik een ware specialist op pc-gebied *kuch* ik heb daar mijn webmaster voor nodig en die is nogal druk bezig met van werk veranderen enzo, al zou er kortelings schot in de zaak moeten komen.

Een verhaaltje dan maar, dat me daarstraks om geen enkele reden zomaar te binnen schoot:

Lang, lang geleden, toen ik nog in Parijs woonde en bij ES werkte, was er eens een avond waarop Standard tegen Liverpool speelde. Dat was tijdens de Olympische Spelen en omdat ik nog als laatste op mijn eiland zat, besloot ik wat te socialisen met de Engelse commentators, die ongetwijfeld die match ook wilden zien. Dat bleek een schot in de roos, wat op zich niet zo voor de hand liggend was vermits er tussen de journalisten en de commentators nu niet meteen veel communicatie was, maar kom, iemand moest toch eens go’en where no one had gone before, niwaar?

Dat was een lange inleiding om te vertellen dat ik uiteindelijk in ‘The Bombardier’ belandde met een Duitser, Markus, en een Engelsman, David. Nu, iedereen weet dat samen naar de voetbal gaan kijken niet noodzakelijk wil zeggen dat je 90 minuten lang aan het scherm gekluisterd zit zonder een woord te zeggen.

Lang duurde het dus niet tot iedereen begon te vertellen en al snel vroeg Dave hoe het kwam dat mijn Engels zo goed was (het gemiddelde niveau Engels ligt niet zo hoog onder ES-journo’s), ook omdat hij toen nog dacht dat ik een Waal was (god forbid). Ik opperde uiteraard dat het feit dat ik in Engeland gestudeerd had daar niet vreemd aan was. Waarop hij uiteraard wilde weten waar in Engeland dat dan geweest mocht zijn.

Toen ik zei "Carlisle", bekeken zowel Dave als Markus me even als van de hand Gods geslagen en begonnen toen hardop te lachen … "yeah ok", dacht ik, "Carlisle is nu niet het summum, dat weet ik ook wel, maar om me daar nu in mijn gezicht voor uit te lachen?"

Gelukkig had ik het bij het verkeerde eind, Dave vertelde dat hij zelf van Cumbria was (de county waarvan Carlisle de hoofdstad is) en dat hij nooit ofte nimmer had verwacht iemand tegen te komen die die geburen kende. Dat ik daar gestudeerd had was op zich al een vermelding waard, het feit dat ook de derde van ons trio daar een verleden had rechtvaardigde de lachbui die uit opperste verbazing geboren was.

Markus – een Duitser dus – had óók gestudeerd in Carlisle – er zelfs les gegeven – en daar hadden ze zich voordien al eens over verbaasd. Als je terugkijkt naar mijn Carlisleposts, merk je dat er in Carlisle – en bij uitbreiding in Cumbria – welgeteld vijf buitenlanders wonen, om dan als native ergens op een druilerige dag in een pub in Parijs te zitten met twee van hen is, wel ja, op z’n minst verbazenswaard.

Chez moi

Ondertussen zijn we een dagje weer thuis en naar goede gewoonte vergt dat geen aanpassing. België is nog altijd België (al is dat nu ook weer niet zo’n zekerheid meer), Antwerpen is nog altijd Antwerpen en thuis is nog altijd thuis. En het weer is ook nog altijd hetzelfde heb ik daarstraks gemerkt.

Ik merk wel dat ik moet afkicken van mijn talen. Tot voor kort dacht ik in drie verschillende talen – soms een beetje te veel van het goede trouwens – en dat moet nu weer teruggebracht worden naar eentje natuurlijk.

Next up? Tsja, werk zoeken zeker? Of dat is toch het plan, met mij weet je natuurlijk nooit …

P.S. deze post is geschreven in Google Chrome.

Fini

Dat was het dan. Gisteren heb ik mijn laatste dag gedaan bij Eurosport, maar ik wil niet zeggen ‘voor altijd’, dat klinkt zo definitief en je weet nooit wat de toekomst in petto heeft. Eurosport is groot genoeg zodat als ik in de sector blijf, er sowieso nog wel mee in aanraking zal komen. En met veel plezier ook. Ik kan eerlijk zeggen dat er een geweldige sfeer op de redactie hangt, heel los, heel vriendelijk, maar tegelijkertijd heel gedreven en allesbehalve een 9-to-5 mentaliteit. Ik ben er ook bijna zeker van dat ik eenzelfde amperbestaande hiërarchie nooit meer zal meemaken. Iedereen gelijk, iedereen even belangrijk.

Eigenlijk was dit zowat de perfecte job voor mij, maar spijtig genoeg is ze in Parijs. Niet dat ik deze stad niet mooi vind ofzo, het is een van de knapste en interessantste steden ter wereld, maar ik zie mezelf hier niet voor lange tijd wonen. Eén specifieke reden kan ik daar niet voor geven – en eigenlijk ook niet meerdere kleine – it’s just a feeling.

Drôle

Zo nog eens een paar random observaties.

– overal kom je Nutella tegen. Een crêpe Nutella, een koffiekoek Nutella, een broodje Nutella. En overal is dat échte Nutella, in al die creperietjes en standjes zie je echt de grote potten Nutella staan. Dat die Fransen niet door hebben dat Nutella verre van de beste choco is die er bestaat …

– in het shopping center achter mijn hoek "La Vache Noire", loopt er constant een kerel met een micro rond. Dat is geen wannabe zanger ofzo, hij loopt de hele tijd langs de winkels om via de luidsprekers door het hele shopping center te vertellen wat er bij alle winkels in de etalage of in de aanbieding staat. En af en toe zegt hij "als u nu naar eetstandje X gaat, krijgt u dit of dat aan halve prijs" … waarop je dan verwacht dat er een hele meute naar dat eettentje stormt. Niet dus. De eerste voorwaarde voor een stormende meute is namelijk dat er genoeg volk aanwezig is om een meute te vormen, en dat is er nooit. Zelfs op een zaterdagnamiddag loop je daar nog praktisch in je eentje rond.

– een paar dagen geleden zat ik op de bus en ik had al meteen door dat de buschauffeur niet meteen de meest ervaren was. Bij een bocht reed hij steevast over het trottoir en als hij moest stoppen was dat altijd met een geweldige schok. En jawel, bij een van de bushokjes stopte hij wat te dicht bij het hokje en … zorgde ervoor dat het dak op de grond viel, net naast het hoofd van enkele mensen die er in stonden te wachten. Brokkenpiloot dus.

Noooooooooo

Ik moet na morgen nog drie dagen werken, namelijk maandag, dinsdag en woensdag. Donderdag en vrijdag heb ik recup. Pedro (de tennisbaas) had me gezegd dat ik live inserts zou doen en dat doe ik ook. In plaats van de verwachte nachten zijn het daarentegen iets andere uren … de drie dagen van 6u tot 16u. 🙁

De live inserts zijn nu geen items die gemaakt worden op het moment zelf over andere matchen zoals met de Olympische Spelen, maar interviews en andere zaken die ergens tijdens de dag gedraaid worden met onder andere Barbara Schett. Dat moet gemonteerd worden in de uren dat er geen tennis is, zodat het klaar is wanneer de uitzending begint en dus hang ik er weer aan.

R.N.

Lieve lezertjes,

Zouden jullie iets willen doen voor mij?

Op Eurosport heb je elke dag zo rond 17u het programma Mission to Beijing. Een talkshow met host Robbie Nock en een atleet of enkele atleten die een medaille gewonnen heb die dag.

Nu, op het werk hier hebben ‘de mensen’ een vrij duidelijke mening over Robbie, welke die is zeg ik nog even niet, want dat is net de vraag die ik aan jullie wil stellen: "wat vinden jullie van meneer Nock?" Som gerust al zijn positieve en negatieve punten op.

Dank u zeer.

Nocturnal

De tennisbaas vroeg daarstraks tot wanneer mijn stage liep. Toen ik antwoordde "tot 31 augustus", was zijn reactie meteen "ah goed, dan ga ik straks aan Alex (de hoofdredacteur) en Nathalie (de werkplanningmaakster) vragen of je de US Open kan doen de eerste week."

Het ziet er dus naar uit ik niet ga ontsnappen aan het echte nachtwerk. New York ligt zes uur achter op ons en ze beginnen om 11 uur lokale tijd met de ochtendsessie en om 19 uur met de avondsessie. Dat wil dus zeggen beginnen tegen dat de normale werkmens naar huis vertrekt en stoppen als sja, als het gedaan is he. Vermits dat daar regelmatig tot na middernacht durft duren, kruip ik waarschijnlijk in mijn bed als mensen met een doorsnee job uit het hunne kruipen … als nocturaal wezen vind ik dat precies minder erg dan om 5 uur moeten opstaan …

*kruipt zijn bed in* (en ja, de tijd die onder deze post staat is echt de tijd dat ik het gepost heb)

The Cube

Iemand vroeg op een forum dat ik frequenteer waarom The Cube – het Olympisch zwembad in Peking – een zogenaamd ‘snel zwembad’ is en zoveel wereldrecords oplevert. Wel, hierom:
 
Een aantal dingen:
– tien banen ipv acht waardoor de golven die tegen de kant kaatsen in die twee overbodige banen terugkaatsen en niet in een zwembaan, en bovendien zijn de kanten geperforeerd waardoor er sowieso een stuk minder terugslag is
– een dieper zwembad dan voorheen waardoor de golven en turbulentie meer afgeleid worden naar beneden (mag ook niet te diep zijn omdat de zwemmers dan gedesoriënteerd kunnen geraken)
– de lijnen tussen de banen zijn zo gemaakt dat ze de golven ‘opeten’ en veel minder weerkaatsen
– temperatuur, vochtigheid en lichtinval zijn zo perfect mogelijk geregeld

Dat is allemaal om het wateroppervlak zo vlak mogelijk te krijgen en dus zo weinig mogelijk wrijving te veroorzaken. Die dingen worden nu in de meeste grote zwembaden overgenomen.

Dan is er nog een – in mijn ogen – eerder psychologisch voordeel. In plaats van stijl opgaande tribunes zijn ze hier relatief plat waardoor de zwemmers een gevoel van ruimte krijgen. Sommige zwemmers krijgen daar blijkbaar extra energie door.

Daarnaast is er natuurlijk de technologische vooruitgang op het gebied van zwempakken. Er is dit jaar een nieuwe variant uitgekomen en die blijkt echt wel efficiënt te zijn. Ik geloof dat er dit jaar al 50 wereldrecords verbeterd zijn in het zwemmen, dus het ligt zeker niet alleen aan het bad, ik denk dat de pakken zelfs de grootste invloed hebben. Het pak nu zou het water afstoten en afleiden naar achter zodat er zo weinig mogelijk wrijving ontstaat.

Volgens de specialisten kan er op het gebied van de zwembaden weinig of geen vooruitgang meer geboekt worden (al zullen ze altijd wel iets vinden), de enige vooruitgang die ze op dat gebied nog kunnen maken is – en het klinkt onnozel – het water zelf sneller maken. Zout water zou bvb de zwemsnelheid verhogen en de chemische compositie van water zou ook veranderd kunnen worden om minder weerstand te creëren. Maar dat zie ik nog niet zo meteen gebeuren eigenlijk.

Plus natuurlijk het feit dat de trainingsmethodes ook constant verbeteren. In een sport waar zowel techniek, kracht als uithouding een grote invloed hebben, is een balans zoeken en vinden in de training tussen die drie ook heel belangrijk.

Je leert zo nog eens iets door een hele tijd zwemmers en zwemcoaches te moeten vertalen en scripten …

Auw

Net mijn schema voor tijdens de Olympische Spelen onder ogen gekregen … 🙁

Drie dagen om 6 uur ‘s morgens beginnen, drie dagen om 7 uur ‘s morgens beginnen, vier dagen om 9 uur en drie om 11 uur. We zullen de positieve kant – dat het elke keer slechts werkdagen van acht uur zijn – maar bekijken zeker? Alé ja, in theorie zijn het werkdagen van acht uur, ik wil nog wel eens zien of dat echt zo gaat zijn …

Time warp

Zoals beloofd, meer nieuws. Na de Tour had ik een weekje verlof. Nu ja, verlof is veel gezegd, ik heb vier dagen recup genomen die ik had wegens al dat overtollige werken en kreeg er het weekend ook bij. Het was natuurlijk geen toeval dat er in die periode ook visite gepland was en beide hebben deugd gedaan.

In plaats van dag in, dag uit achter een bureautje te zitten en af en toe rond te rennen om last-minute iets te veranderen, genoot ik zes dagen van de – iets te – grootheid van Parijs en dat zou er zonder het bezoek in ieder geval veel minder van gekomen zijn. Ik heb weer enkele mooie en/of gezellige plekjes extra ontdekt en het is best fijn om eens een tijdje op iemand anders te kijken dan altijd op die – weliswaar toffe – collega’s.

De laatste avond zijn we naar de cinéma en plein air geweest. Twee euro voor een film – O Brother Where Art Thou dan nog – in de originele versie en niet gedubd – – daar kan een mens niet voor sukkelen. Het opzetten van het scherm valt hieronder te bewonderen, in real time duurde het een vijf minuten, maar in versnelde versie is het net iets interessanter:

En sinds maandag zit ik weer op het werk. Toen was het nog rustig, maar dat was stilte voor het Olympische onweer. Gisteren en vandaag was ik al een hele dag bezig – zo op het randje van "teveel bezig" – en dan zijn de Spelen nog niet eens begonnen. Al begin ik er nog aan vanaf de zijkant, want morgen en overmorgen heb ik ‘weekend’. Tijdens het echte weekend werk ik, maandag ben ik weer vrij en dan werk ik de goeie ouwe zes dagen op rij. Ik weet alleen nog niet welke uren, en ik begin te vrezen dat het begin wel eens onder de noemer ‘vroeg’ zou kunnen vallen, om niet te zeggen ‘nog in het putteke van de nacht’ …