Je kan maar een conclusie trekken na Houden van…: bejaarden zijn teh evil. Ik heb getapt bij Night of the Promssss, Clouseau‘s, Vlaamse zangfeesten, Monstertrucks en andere evenementen met overenthousiast en/of onguur publiek. Allemaal waren ze engeltjes tegenover wat er donderdag aan onze toog verscheen.
We hadden natuurlijk de pech dat door een kapotte koeling maar de helft van de toog in gebruik was, al kwam dat eigenlijk net goed uit. We waren maar met acht om die hele lengte te bemannen. Eentje achter de cola, eentje achter de Stella, eentje achter de Hoegaarden, eentje bij de koffie (normaal pakt een van de colatappers dat erbij, maar ja, te veel koffiezuipers nu), eentje bij de ijsjes (normaal hebben we dat niet eens) en drie vanvoor om te grieven.
Het was een ramp. Als de mensen iet of wat geduldig zijn, gaat dat in die opstelling nog net, maar als er nu iets is wat bejaarden niet hebben, is het geduld, blijkbaar. Bij de entree in het begin van de middag schuifelde iedereen wat door onze zaal, toen de deuren van de hal opengingen bij het begin van de pauze kwam een kudde gnoe’s – met ware doodsverachting – op ons afgestormd om toch maar als eerste aan de toog te komen. Twee mannen die er al stonden omdat ze vijf minuten eerder aan de pauze waren begonnen, bestelden met angstige ogen nog snel een tweede pintje voor ze vertrappeld werden door de meute. Eens aangekomen deden ze allemaal of het pintje dat je op dat moment aan het tappen bent, niet alleen het laatste is uit jouw tap of in het hele sportpaleis, maar minstens in het hele westelijk halfrond. Newsflash, het sportpaleis werkt met vaten van 2.000 liter, daar geraken wel een paar pintjes uit.
Iedereen zal al wel eens aan een toog gestaan hebben en het is normaal dat niet alleen degene waar je naar kijkt zijn bestelling blaft, maar degene die er naast staat ook. Dat is niet zo erg, want dat ben je gewoon. Het vervelende is nu dat niet enkel het grijze kopje waar je naar kijkt en dat ernaast staat bestelt, maar ook hetgeen dat er aan de andere kant naast staat, en hetgene daarnaast, en hetgene erachter, en hetgene daarachter en … laat ons zeggen dat gemiddeld tien mensen tegelijkertijd hun bestelling naar jou snauwen. Je komt dan natuurlijk maar met een van de tien terug en dan hoor je meteen vier-vijf stemmen in koor “maar dat is niet wat ik had besteld”. “Nee natuurlijk, het is dan ook niet voor jou”, roep je terug, stilletjes in jezelf. Want een half verkeerd woord en je wordt meteen afgedaan als de “jeugd van tegenwoordig” zonder respect voor hun grijze haren.
Op de koop toe was de organisatie dan nog zo vriendelijk om maar 20 minuutjes pauze te geven in plaats van het voorziene half uur. Daardoor klonk het belletje – extra luid gezet voor het aanwezige publiek (mijn oren tuiten er nog van) – al toen nog een hele resem senioren gelaafd moest worden. De vriendelijkheden die we naar onze kop kregen van de aanwezige bompa’s werden er niet eufemistischer op.
Nog leuk was trouwens dat de oudjes of het geld dat ze moesten betalen al klaar hadden, maar dan vroegen ze nog “hoeveel is’t?”, in de hoop dat we minder vroegen ofzo zeker? Of ze moesten hun sjakos nog bovenhalen, hun portefeuille zoeken en dan nog op zoek naar de benodigde centjes in de spelonken van hun geldbeugel.
En dan was er nog de uittocht. Normaal duurt het pakweg tien minuten voor de file aan de trappen zichzelf oplost, bij deze uittocht werd na een half uur dan maar besloten om het blokrijden in te voeren. Het grappige was dat de kwiekeren meteen beneden waren, dankzij de gapende leegte in het midden. Het grootste deel van de oudjes hield zich – niet geheel verwonderlijk – krampachtig vast aan de trapleuningen.
A ja, Houden van… zelf kon me niet in het minst bekoren. Of bent u wel fan van Benny Neyman, John Terra, Sanne, Armand, Herman Elegast en De Vaganten, De Purperen Heidenen met o.a. Philippe Robrecht, De Melando’s en Marijn Devalck. Leuk voor een paar liedjes, dat genre, maar een hele namiddag, ik dacht het niet.
I sure am!
Uhm, wacht, wie?
Jaja, die lieve oudjes… individueel zijn ze aandoenlijk maar in groep een werkelijke nachtmerrie.
Sterf dan toch!
Ive,
Ik deel u ergernis. Ik werk zelf in een sporthal waar elke maandag turnles wordt gegeven aan de gepensioneerden en vergelijkbare taferelen spelen zich aan mijn toog af.
Ho ho, niets tegen Armand hé! Allez, de Armand met het mega kapsel à la Belcanto en Armand met de onverwoestbare knaller “Ben ik te min?”. Die Armand dus. Hééérlijke man, zou Ben Crabbé zeggen.