Zoals beloofd, meer nieuws. Na de Tour had ik een weekje verlof. Nu ja, verlof is veel gezegd, ik heb vier dagen recup genomen die ik had wegens al dat overtollige werken en kreeg er het weekend ook bij. Het was natuurlijk geen toeval dat er in die periode ook visite gepland was en beide hebben deugd gedaan.
In plaats van dag in, dag uit achter een bureautje te zitten en af en toe rond te rennen om last-minute iets te veranderen, genoot ik zes dagen van de – iets te – grootheid van Parijs en dat zou er zonder het bezoek in ieder geval veel minder van gekomen zijn. Ik heb weer enkele mooie en/of gezellige plekjes extra ontdekt en het is best fijn om eens een tijdje op iemand anders te kijken dan altijd op die – weliswaar toffe – collega’s.
De laatste avond zijn we naar de cinéma en plein air geweest. Twee euro voor een film – O Brother Where Art Thou dan nog – in de originele versie en niet gedubd – – daar kan een mens niet voor sukkelen. Het opzetten van het scherm valt hieronder te bewonderen, in real time duurde het een vijf minuten, maar in versnelde versie is het net iets interessanter:
En sinds maandag zit ik weer op het werk. Toen was het nog rustig, maar dat was stilte voor het Olympische onweer. Gisteren en vandaag was ik al een hele dag bezig – zo op het randje van "teveel bezig" – en dan zijn de Spelen nog niet eens begonnen. Al begin ik er nog aan vanaf de zijkant, want morgen en overmorgen heb ik ‘weekend’. Tijdens het echte weekend werk ik, maandag ben ik weer vrij en dan werk ik de goeie ouwe zes dagen op rij. Ik weet alleen nog niet welke uren, en ik begin te vrezen dat het begin wel eens onder de noemer ‘vroeg’ zou kunnen vallen, om niet te zeggen ‘nog in het putteke van de nacht’ …